-
Wat is de Zorgmodule Preventie Voetulcera 2024?
De Zorgmodule Preventie Voetulcera 2024 beschrijft de preventieve voetzorg voor mensen met een verhoogd risico op voetulcera door diabetes mellitus, andere chronische aandoeningen of medische behandelingen binnen de eerste lijn. Het onderliggende uitgangspunt is dat basisverzekerde preventieve voetzorg toegankelijk moet zijn voor mensen die een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van voetulcera en amputaties ten gevolge van de schade ontstaan door een chronische aandoening of ten gevolge van de schade ontstaan door een medische behandeling ongeacht welke woonvoorziening (thuis of woon-zorgcentrum). Met andere woorden: het aanwezige risico op het ontstaan van voetulcera is leidend om in aanmerking te komen voor basisverzekerde preventieve voetzorg. Zie hoofdstuk 1 en 2.
-
Waarom is Zorgmodule Preventie Voetulcera 2024 herzien?
De herziening was nodig vanwege het standpunt van het Zorginstituut in 2022, waardoor preventieve voetzorg nu ook voor niet-diabetische risicovoeten onder de basisverzekering valt. De focus is nu breder dan alleen diabetes. Zie preambule.
-
Hoe verschilt deze Zorgmodule Preventie Voetulcera 2024 van eerdere versies?
De herziene zorgmodule integreert de nieuwste wetenschappelijke inzichten en richtlijnen en is toepasbaar bij meerdere risicogroepen, niet alleen bij mensen met diabetes. Ook mensen met andere chronische aandoeningen of medische behandelingen met risico op voetulcera vallen onder preventieve voetzorg. Zie hoofdstuk 1.
-
Waar kan ik de volledige Zorgmodule Preventie Voetulcera 2024 vinden?
De digitale versie van de volledige Zorgmodule Preventie Voetulcera is te vinden via de websites van de samenwerkende organisaties NVvP, ProVoet, NBOT en NVOS Orthobanda.
-
Krijgen de huisartsen deze zorgmodule ook?
Ja, de Zorgmodule wordt gedeeld met huisartsen, zodat zij op de hoogte zijn van de richtlijnen voor preventieve voetzorg bij mensen met een verhoogd risico op voetulcera. Zie preambule.
-
Is de Zorgmodule Preventie Voetulcera 2024 ook op papier te verkrijgen?
Ja, de Zorgmodule zal ook in gedrukte vorm verschijnen.
-
Wat is de functie van de zorgverlenerstabellen?
Met de zorgverlenerstabellen wordt concreet invulling gegeven aan het wettelijke kader en de bekostigingsstructuur met totaalpakketten aan zorg en verantwoordelijkheidsverdeling tussen de regiebehandelaar binnen de preventieve voetzorg en medebehandelaar(s). Hierdoor worden zorgverleners volledig inzetbaar vanuit de eigen competenties en kunnen zij elkaar ondersteunen en aanvullen in de grote zorgvraag die eraan gaat komen. De Zorgmodule is daarmee niet vrijblijvend, maar juist het vertrekpunt om doelgericht toe te werken naar een brede inzetbaarheid van alle betrokken zorgverleners binnen de vijf pijlers van preventieve voetzorg.
Omdat in elke regio in Nederland de zorg met lokale zorgverleners moet worden ingevuld, doen wij met deze Zorgmodule de oproep om, naast de landelijke afspraken, regionale werkafspraken vast te leggen. Zie hoofdstuk 2.3 en hoofdstuk 3.2, Slotwoord en zorgverlenerstabellen.
-
Kunnen we de webinar nog ergens terugkijken?
Ja, de webinars over de Zorgmodule Preventie Voetulcera 2024 zijn terug te kijken op de websites van de samenwerkende organisaties NVvP, ProVoet, NBOT en NVOS Orthobanda.
-
Kunnen we de power point ergens terug vinden?
Ja, de PowerPointpresentatie is in de opgenomen webinar beschikbaar via de websites van NVvP, ProVoet, NBOT en NVOS Orthobanda. De opzichzelfstaande PowerPointpresentatie is niet beschikbaar.
-
Krijgen wij voor het volgen van de webinar een certificaat van deelname?
Nee, er wordt geen certificaat van deelname verstrekt voor het volgen van de webinar.
-
Hoe blijft een zorgverlener up to date om met deze Zorgmodule Preventie Voetulcera 2024 te werken?
Voor zorgverleners die preventieve voetzorg bieden, is het belangrijk up-to-date te blijven m.b.v. de ontwikkelde kwaliteitscriteria, waaronder bij- en nascholing die de kwaliteit van de betrokken zorgverleners waarborgt. Zie hoofdstuk 2.2.2 en hoofdstuk 4.
-
In de vorige versie van de Zorgmodule Preventie Voetulcera 2019, waarin een flowchart aanwezig was, werd microvasculaire schade niet benoemd; klopt dat?
Dat klopt. Er wordt een nieuwe Flowchart gemaakt; deze zal binnenkort verschijnen.
-
Komt er bij- en nascholing voor medisch pedicures n.a.v. de nieuwe zorgmodule?
Jazeker! Zowel ProVoet als de erkende opleiders gaan scholingen over de Zorgmodule organiseren. Volg de informatie op de websites van ProVoet en ProCERT.
-
Kan een medisch pedicure ook de elearning van de NVvP volgen?
Ja, dat kan. Zie website NVvP: E-learning 'Zorgmodule Preventie Voetulcera' - NVvP
-
Krijgen wij de zorgmodule toegestuurd op papier?
Iedereen die de Zorgmodule op papier wil hebben, kan deze bestellen. Houd de nieuwsbrieven en websites van de samenwerkende organisaties in de gaten. Hierin wordt meegedeeld wanneer de Zorgmodule gedrukt is en waar deze (met korting) te koop is.
-
Vanaf wanneer kunnen mensen met andere chronische aandoeningen dan diabetes of medische behandeling(en) preventieve voetzorg vergoed krijgen via de podotherapeut?
Dit is mogelijk vanaf 1 januari 2023. Zie inleiding van de zorgmodule.
FAQ Zorgmodule Preventieve Voetulcera
-
Hoe pas ik de Zorgmodule Preventie Voetulcera 2024 toe in mijn praktijk?
: Integreer de vijf pijlers van preventieve voetzorg in je behandelplannen: jaarlijkse voetcontrole, gericht voetonderzoek, behandeling risicofactoren, educatie en advisering over schoeisel en/of andere hulpmiddelen. Zoek multidisciplinaire samenwerking in dit complexe zorggebied binnen de eigen competenties en verantwoordelijkheden. In de zorgverlenerstabellen is voor alle betrokken disciplines uitgewerkt welke bijdrage zij kunnen leveren aan de vijf pijlers van preventieve voetzorg. Zie hoofdstuk 2, Slotwoord en zorgverlenerstabellen.
-
Hoe kan ik als zorgverlener de Zorgmodule Preventie Voetulcera 2024 implementeren in mijn cliëntendossier?
Door de richtlijnen uit de zorgmodule op te nemen in behandelplannen en risicoclassificaties binnen het cliëntendossier.
-
Zijn er voor zorgverleners specifieke eisen voor verslaglegging?
Ja, verslaglegging moet inzicht geven in de risicoclassificatie, uitgevoerde behandelingen en samenwerking met andere zorgverleners. Zie hoofdstuk 2.2.3 of kijk voor jou beroepsvereniging een richtlijn heeft over verslaglegging.
-
Hoe dienen podotherapeuten te handelen wanneer de bevindingen uit het gericht voetenonderzoek en klinisch redeneren niet overeenkomen met de risicoclassificatie op de verwijzing?
Podotherapeuten nemen dan contact op met de hoofdbehandelaar.
-
Dient voor de basisverzekerde voetzorg van risicovoeten, geen DM, ook een samenwerkingscontract tussen de podotherapeut en medisch pedicure te worden afgesloten?
Ja, ook voor mensen zonder diabetes maar met een verhoogd risico op voetulcera t.g.v. een specifieke chronische aandoening en/of medische behandeling, dient er een samenwerkingscontract te zijn tussen de podotherapeut (regiebehandelaar) en de medisch pedicure (medebehandelaar). Dit contract borgt de samenwerking binnen de preventieve voetzorg. Zie hoofdstuk 2.
-
Voor wie is de Zorgmodule Preventie Voetulcera 2024 bedoeld?
De Zorgmodule is bedoeld voor zorgverleners die betrokken zijn bij de preventieve voetzorg, zoals medisch pedicures, podotherapeuten, huisartsen, medisch specialisten, orthopedisch schoentechnologen en andere disciplines. Zie preambule.
-
Wordt wondzorg ook meegenomen in de Zorgmodule Preventie Voetulcera 2024?
Ja, wondzorg bij pre-ulceratieve laesies en voetulcera is opgenomen. De behandeling van pre-ulceratieve laesies is in de bekostiging van de preventieve zorg opgenomen, vanuit de logica dat op het moment van behandelen nog niet duidelijk is of er sprake is van een voetulcus. De behandeling van reeds gediagnosticeerde voetulcera met scherp debridement daarentegen valt buiten de bekostiging van de preventieve voetzorg. Zie hoofdstuk 3.2 en hoofdstuk 3.1.
-
Hoeveel extra mensen worden verwacht voor de basisverzekerde zorg met deze extra groepen?
De verwachting is dat het aantal mensen dat een beroep kan doen op de basisverzekerde preventieve voetzorg stijgt, maar het exacte aantal is onbekend. Zie inleiding.
-
Gebruik je bij het gericht (voet)onderzoek een speciale huidthermometer?
Ja, de infrarood huidthermometer.
-
Waar kan ik terecht met vragen over de implementatie?
Heb je meer vragen? Neem contact op met je beroepsvereniging/ brancheorganisatie NVvP, ProVoet, NBOT of NVOS Orthobanda of raadpleeg de zorgmodule.
-
Wat is de rol van de podotherapeut binnen deze Zorgmodule Preventie Voetulcera 2024?
De podotherapeut is regiebehandelaar binnen de preventieve voetzorg en draagt als declarerende zorgaanbieder een gecombineerde regie- en behandelverantwoordelijkheid. De podotherapeut stelt zorgprofielen vast, voert gericht voetonderzoek uit en coördineert de samenwerking met andere zorgverleners. De podotherapeut is verantwoordelijk dat het totaalpakket aan zorg wordt geleverd en combineert deze verantwoordelijkheid met een behandelverantwoordelijkheid, welke samenvalt met een verbindende functie richting tweedelijns multidisciplinaire voetenteams. Zie hoofdstuk 2.2.2.
-
Mag een medisch pedicure eelt of een nagel met een donker plekje erin behandelen?
Ja, een donker plekje in eelt of onder de nagel kan duiden op een pre-ulceratieve laesie. Voorbeelden zijn een intracutane bloeding in het eelt, blaar, intra- of subcutane bloeding of fissuur die niet tot de dermis doordringt. Deze mag de medisch pedicure behandelen bij mensen met Sims-/risicoklasse 1, 2 en 3 met snijtechnieken.
A2 : Nee, bij pre-ulceratieve laesies met de aanwezigheid van ontstekingsverschijnselen en/of fluctuatie, is er sprake van een ulcus, een defect door alle lagen van de huid (dermis en epidermis) heen. Hierbij heeft de medisch pedicure een belangrijke signalerende rol. De medisch pedicure legt deze pre-ulceratieve laesies drukvrij met vilttherapie en neemt direct contact op met de podotherapeut. Zie hoofdstuk 3.3.1, bijlage 1 en zorgverlenerstabellen.
-
Wanneer overlegt de medisch pedicure met de podotherapeut?
De medisch pedicure overlegt voorafgaand aan de instrumentele behandeling met de podotherapeut bij twijfel over de aanwezigheid van een voetulcus. Bij voorkeur ondersteund met beeldmateriaal. Zie hoofdstuk 3.3.1 en zorgverlenerstabellen.
-
Welke eisen worden gesteld aan de materialen en instrumenten van de medisch pedicure?
De eisen aan materialen en instrumenten voor de behandeling door de medisch pedicure zijn vastgelegd in het Bedrijfshandboek voor de (medisch) pedicure. Aanvullende eisen daarvoor zijn opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst voetzorg.
-
Welke kwaliteitseisen worden gesteld aan de betrokken zorgverleners?
Om de kwaliteit van de geneeskundige preventieve voetzorg te waarborgen en ook om ervoor te zorgen dat de Zorgmodule door alle partijen gedragen wordt is een eerste gemeenschappelijke set van kwaliteitscriteria ontwikkeld welke de kwaliteit van de betrokken zorgverleners waarborgt en tevens gericht is op inclusie van de niet bij de Zorgmodule betrokken zorgverleners. Deze eerste set kwaliteitscriteria vormt de opmaat voor het doorontwikkelen van specifiek kwaliteitsbeleid voor de preventieve voetzorg. Zie hoofdstuk 4.
-
Wat zijn tips/adviezen voor een overvolle podotherapie praktijk, met zeer veel mensen met risicovolle voeten en weinig podotherapeuten? Een gericht voetonderzoek van 45 minuten is qua planning gewoonweg niet mogelijk.
Overweeg taakdelegatie naar medisch pedicures en orthopedisch schoentechnologen. In de zorgverlenerstabellen staan de beroepsgroep-specifieke competenties met bijbehorende bekwaam- en bevoegdheden. Gebruik deze om te beoordelen welke individuele zorgverlener welke bijdrage kan leveren aan de invulling van de vijf pijlers van preventieve voetzorg in de regio. Focus op de hoogste risicopatiënten en plan kortere evaluaties waar mogelijk. Digitale zorg kan worden ingezet als aanvulling op de behandeling waar dit toegevoegde waarde biedt en zonder verlies van kwaliteitszorg en clientveiligheid mogelijk is. In de zorgmodule wordt er een oproep gedaan aan alle zorgverleners om vanuit de principes van 'medical detective' en 'time is tissue' vroegtijdig tekenen van lokaal verhoogde druk op te sporen en deze door korte lijnen met elkaar te behandelen. Zie Inleiding, hoofdstuk 2.1.3, hoofdstuk 2.2.1, hoofdstuk 2.3 en zorgverlenerstabellen.
-
In de Zorgmodule Preventie Voetulcera 2024 staat dat de medisch pedicure een jaarlijks onderzoek doet bij risicoklassae1,2 en 3. Bij risicoklasse 2 en 3 is dit dubbelop i.v.m. jaarlijks gericht voetenonderzoek bij de podotherapeut.
De podotherapeut (of huisarts) kan de jaarlijkse voetcontroles bij mensen met Sims-/ risicoklasse 1, 2 en 3 delegeren naar de medisch pedicure om veranderingen in de risicoklasse vast te stellen. Dit wordt dan gecombineerd uitgevoerd als gericht voetonderzoek medisch pedicure. Dit is geen overlap, maar een aanvulling om de zorg te optimaliseren . Zie hoofdstuk 1.4 en zorgverlenerstabellen.
-
Is het gericht voetonderzoek van de regiebehandelaar niet voldoende als jaarlijkse voetscreening? Soms komt een cliënt binnen afzienbare tijd op controle bij de praktijkondersteuner.
Nee, het gericht voetonderzoek door de regiebehandelaar vervangt de jaarlijkse voetscreening niet. De jaarlijkse voetscreening is gericht op risicoclassificatie, terwijl het gericht voetonderzoek dieper ingaat op specifieke risicofactoren. Beide onderzoeken vullen elkaar aan. Zie hoofdstuk 1.4.
-
Jaarlijks wordt door de podotherapeut het voetgerichte onderzoek uitgevoerd en krijgt de pedicure het behandelplan. Als de podotherapeut/regiebehandelaar eindverantwoordelijk is, is het dan zinvol om een medisch pedicure de jaarlijkse voetcontrole te late
Er zijn verschillende situaties denkbaar waarbij het zinvol kan zijn om d.m.v. taakdelegatie, de jaarlijkse voetcontrole bij mensen met Sims-/risicoklasse 1, 2 en 3 uit te besteden aan de medisch pedicure. Dit gaat altijd onder auspiciën van de podotherapeut, waarbij de uitkomsten van de testen volgens de multidisciplinaire samenwerkingsafspraken in een rapportage aan de podotherapeut worden gemeld en geïnterpreteerd door de podotherapeut, die vervolgens het zorgprofiel en behandelplan opnieuw vaststelt. Zie zorgverlenerstabellen.
-
Hoe wordt de jaarlijkse voetcontrole door een medisch pedicure bekostigd?
De bekostiging van de jaarlijkse voetcontrole door de medisch pedicure loopt via de regiebehandelaar binnen de preventieve voetzorg als het onderzoek gecombineerd wordt met het gericht voetonderzoek. Zie hoofdstuk 2.2.
-
Welke zorgverleners mogen preventieve voetzorg verlenen?
Preventieve voetzorg zoals beschreven in de zorgmodule wordt verleend door podotherapeuten, medisch pedicures, orthopedisch schoentechnologen en registerpodologen, in samenwerking met huisartsen en specialisten. Zie hoofdstuk 2.2.2. Welke voetzorgprofessional wat doet in de vijf pijlers van de preventieve voetzorg is terug te vinden in de Zorgverlenerstabellen Zorgmodule Preventie Voetulcera.
-
Wat is de rol van de medisch pedicure binnen de Zorgmodule Preventie Voetulcera 2024?
De zorgverlenerstabellen zijn gebaseerd op een verantwoordelijkheidsverdeling tussen een regiebehandelaar en medebehandelaar(s) volgens de wet- en bekostigingsregels. Ze laten zien welke bijdrage elke zorgverlener, waaronder de medisch pedicure, levert aan de vijf pijlers van preventieve voetzorg, met de bijbehorende multidisciplinaire samenwerkingsafspraken. Zie hoofdstuk 2.2.2 en Zorgverlenerstabellen Zorgmodule Preventie Voetulcera
-
Wie is de regiebehandelaar voetzorg in de tweede lijn?
In de tweede lijn is de regiebehandelaar meestal een medisch specialist, zoals een revalidatiearts, vaatchirurg of internist. De samenwerking met de podotherapeut als regiebehandelaar preventieve voetzorg in de eerste lijn blijft cruciaal voor de continuïteit van preventieve voetzorg. Zie hoofdstuk 2.2.2.
-
Volgens een huisarts mag een wondverpleegkundige ook verwijzen voor de basiszorg bij verhoogd risico. Is dit feitelijk juist?
Nee, een wondverpleegkundige mag niet zelfstandig verwijzen voor basisverzekerde preventieve voetzorg. Alleen een behandelend arts, zoals een huisarts of medisch specialist, kan een verwijzing afgeven. Zie hoofdstuk 2.2.2.
-
Op welk moment valt een cliënt woonachtig in een zorginstelling onder de verantwoordelijkheid van de podotherapeut? En wanneer onder de verantwoordelijkheid van de instelling?
Een podotherapeut die een patiënt in een zorginstelling bezoekt, moet weten onder welke wet de patiënt valt. Hierbij is het onderscheid wel/geen behandeling in de Wlz-indicatie van cruciaal belang. Dit kan hij doen door te overleggen met de zorginstelling of het zorgdossier van de patiënt te raadplegen.
Alle noodzakelijke voetverzorging, met uitzondering van geneeskundige voetzorg, is te beschouwen als persoonlijke verzorging. Als geneeskundige zorg nodig is, zoals bij diabetesvoeten het geval kan zijn, dan is dit zorg vanuit de Zorgverzekeringswet (huisartsenzorg, ketenzorg). In de zorgpolis van de verzekerde staat welke zorg wordt vergoed en hoe de procedure voor vergoeding is geregeld. Alléén voor mensen met verblijf en behandeling in dezelfde instelling geldt dat de geneeskundige zorg van algemeen medische aard, zoals de medische zorg bij bijvoorbeeld diabetesvoeten, óók onderdeel is van Wlz-zorg.
Zie het Wlz-kompas https://www.zorginstituutnederland.nl/Verzekerde+zorg/persoonlijke-verzorging-begeleiding-en-verpleging-wlz/persoonlijke-verzorging-wlz
-
Tijdens werk in verpleeghuis kom ik als medisch pedicure vaker ischemie tegen. Wie moet dan de voeten verzorgen? De podotherapeut komt daar niet.
Het verpleeghuis bepaalt wie de voetzorg levert. Zie het Wlz-kompas.
-
Is er specifiek gemaakt wanneer ambulante zorg voor de medisch pedicure vergoed wordt?
Voor alle zorgpakketten geldt de mogelijkheid om ambulante zorg te leveren via een toeslag voor zorg aan huis (prestatiecode 9204) of via een toeslag voor zorg in een instelling (prestatiecode 9205). De noodzaak voor ambulante voetzorg geldt voor mensen waarvan op basis van medische gronden, zowel fysiek als mentaal, redelijkerwijs niet verlangd kan worden dat zij in de praktijk behandeld worden. Deze ambulante voetzorg is niet bedoeld voor mensen die praktische bezwaren hebben, bijvoorbeeld geen tijd, geen vervoer of vanuit gemak. Zie tabel 2.
-
Wie is verantwoordelijk voor de voetzorg bij diabetes en Charcot voet? De POH of de podotherapeut?
Elke zorgverlener heeft zijn eigen verantwoordelijkheid in de zorg; een ander kan die niet overnemen. In de preventieve voetzorg is de podotherapeut veelal de regiebehandelaar. Zie hoofdstuk 2.3 en de zorgverlenerstabellen.
-
Ik werk als POH. Als de patiënt zowel naar de podotherapeut als naar de medisch pedicure gaat, moet ik dan ook nog de voeten controleren?
Ja, zie pijler 1 in de zorgmodule.
-
Wanneer bepaal je als podotherapeut of een cliënt jaarlijks of periodiek het gericht (voet)onderzoek krijgt?
De frequentie van het gericht (voet)onderzoek is afhankelijk van het risicoprofiel en houd rekening met onder- en overbehandeling. Zie de vijf pijlers in de zorgmodule over de preventieve voetzorg.
-
Weet de patiënt met kritieke ischemie zelf dat ze niet door pedicure behandeld mogen worden?
Het is belangrijk dat elke zorgverlener zelf goed op de hoogte is van zijn competenties en de grenzen van het beroep.
-
Ik heb een cliënt waarbij vorige week een voet is geamputeerd tot boven de enkel. De cliënt is onder behandeling in het ziekenhuis. Wie moet nu zijn andere voet verzorgen?
In dit soort casussen gaat dit altijd in overleg met de behandelend arts.
-
Indien de verwijzer niet bekend is met de risico classificatie hoe ga je hiermee om? Wanneer worden zij geïnformeerd over de nieuwe zorgmodule?
Als de verwijzer de risicoclassificatie niet kent, is het belangrijk om hen hierover te informeren. De zorgmodule beveelt actieve voorlichting aan door beroepsverenigingen en zorggroepen. De meeste zijn inmiddels door de NVvP, ProVoet, NBOT en/of NVOS geïnformeerd. Zie hoofdstuk 2.1.3.
-
Er zijn podotherapeuten die geen behandelplan afgeven, omdat het anders als schijnzelfstandigheid word gezien als ze de medisch pedicure opdracht geven wat medisch noodzakelijk is. Is dit feitelijk juist?
Nee, dit is niet juist. De podotherapeut blijft regiebehandelaar binnen de preventieve voetzorg en bepaalt voor mensen het behandelplan. Dit is geen schijnzelfstandigheid, maar samenwerking binnen de preventieve voetzorg. Zie hoofdstuk 2.2.2.
-
Hoe moet er een terugkoppeling gestuurd worden naar bijvoorbeeld een reumatoloog? Bij een diabeet kun je via het o.a. VipLive terugkoppelen maar hoe is dit bij andere hoofdbehandelaars?
De terugkoppeling naar andere hoofdbehandelaars, zoals een reumatoloog, gebeurt schriftelijk via een beveiligd communicatieplatform (bijvoorbeeld ZorgMail of ZorgDomein). Zie hoofdstuk 2.1.3.
-
Hoe kan de samenwerking met een podotherapeut worden versterkt?
Zoek actief contact met podotherapeuten lokaal of in jouw regio, bespreek samenwerkingsafspraken en stem af hoe jullie verwijzingen en terugkoppelingen organiseren. Dit bevordert de kwaliteit van de preventieve voetzorg. Zie hoofdstuk 2.1.3.
-
Is een contract met de podotherapeut noodzakelijk om preventieve voetzorg te mogen verlenen, en in hoeverre mag een medisch pedicure zelf het zorgprofiel vaststellen?
Ja, samenwerking met de podotherapeut is verplicht als de cliënt onder Sims-/ risicoklasse 1, 2 of 3 valt en aanspraak kan maken op (onderdelen van) voetzorg binnen de vijf pijlers in de preventieve voetzorg. Deze voetzorg is vertaald in zorgpakketten met bijbehorend zorgprofiel en prestatiecode. De medisch pedicure kan niet zelfstandig het zorgprofiel vaststellen. Dit gebeurt altijd in overleg met de podotherapeut of regiebehandelaar. Zie hoofdstuk 2.2.2 en 2.2.3.
-
Bij wie ligt het initiatief om de samenwerking te verbeteren tussen medisch pedicure en podotherapeut?
Een goede samenwerking vraagt om de inzet van beide partijen. Het is dan ook een gedeelde verantwoordelijkheid en het initiatief voor verbetering kan van beide kanten komen. Zie hoofdstuk 2.3 en de zorgverlenerstabellen.
-
Ik merk dat er vaak niet de juiste omschrijving op de verwijzing staat; of dat het heel summier beschreven staat. Hoe daar mee om te gaan als podotherapeut? Want het moet wel goed in het dossier staan. Maar je wilt ook de huisarts of specialist niet onnod
Als voor jou als regiebehandelaar de informatie op de verwijzing onduidelijk of niet compleet is, adviseren wij de huisarts of specialist toch om verduidelijking of aanvulling te vragen. In kader van samenwerking staat in de zorgmodule contact met elkaar op te zoeken. Zie definitie regiebehandelaar in bijlage 1.
-
Wat is medisch noodzakelijke voetzorg. Wat zijn de criteria daarvoor?
Medisch noodzakelijke voetzorg richt zich op het voorkomen van voetulcera en amputaties. Dit leidt tot het criteria dat basisverzekerde preventieve voetzorg alleen toegankelijk moet zijn voor mensen die een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van voetulcera en amputaties, ten gevolge van de schade ontstaan door een chronische aandoening of ten gevolge van de schade ontstaan door een medische behandeling. Zie hoofdstuk 1.3.
-
Waarom kan degene die de voeten van de patiënt heel goed kent, de medisch pedicure, niet direct doorverwijzen naar de podotherapeut?
Voor medisch pedicures geldt, net als andere zorgverleners die veel huidproblemen zien in de praktijk zoals de huidtherapeut en fysiotherapeut, dat ze een belangrijke signalerende functie hebben om mensen te adviseren naar de huisarts te gaan voor een verwijzing naar de podotherapeut. Zie hoofdstuk 1.3.4.
-
Is er altijd een verwijzing voor preventieve voetzorg nodig? Naar wie moet ik verwijzen?
Ja, voor preventieve voetzorg vanuit de basisverzekering is altijd een verwijzing van een behandelend arts nodig. Verwijzingen kunnen gaan naar de podotherapeut, die de regiebehandelaar binnen de preventieve voetzorg is. Zie hoofdstuk 2.2.2.
-
Ik heb als medisch pedicure een cliënt met PAV + Fontaine 2B en hij heeft een ingroeiende nagel met lichte ontstekingsverschijnselen, kan ik cliënt via de POH of huisarts naar de podotherapeut verwijzen?
Als het goed is valt deze cliënt binnen de geneeskundige basisverzekerde preventieve voetzorg en is dus al onder behandeling bij de podotherapeut. Vraag de podotherapeut naar het jaarlijks opgestelde behandelplan. (PAV + Fontaine 2B (de pijn treedt op < 100 meter)) Zie hoofdstuk 3.3.2.
-
Waarom krijgt de cliënt niet altijd zelf het medisch behandelplan op papier mee?
De regiebehandelaar deelt het behandelplan digitaal met de medisch pedicure binnen de preventieve voetzorg. De focus ligt op veilige gegevensuitwisseling, denk hierbij aan VipLive en DMVoetzorg. Cliënten kunnen een kopie opvragen. Zie hoofdstuk 2.3.
-
Wat doe ik als medisch pedicure binnen de preventieve voetzorg als ik signaleer dat iemand met Sims-/risicoklasse 2 en 3 een indicatie heeft voor orthopedische schoenen (OS)?
Je adviseert over de mogelijkheden van (semi-) orthopedisch schoeisel en overlegt met de podotherapeut wanneer orthopedisch schoeisel mogelijk geïndiceerd is. Zie zorgverlenerstabellen.
-
Wat doet de podotherapeut als deze een cliënt door wil verwijzen naar de 2e lijn voor een flexor tenotomie?
Neem contact op met de huisarts voor een doorverwijzing naar de specialist in de tweede lijn. Zie hoofdstuk 3.3.2.
-
Bij de diabetes voetzorg moet in het behandelplan beschreven staan wat de medisch noodzakelijke voetzorg is, rest van de persoonlijke (voet)verzorging dient de cliënt zelf te betalen. Hoe is dit als iemand die geen systeemziekte of diabetes heeft met eind
Voor mensen met eindstadium nierfalen en PAV in risicoklasse 3 met zorgpakket 4 geldt dat alleen de medisch noodzakelijke voetzorg vanuit de basisverzekering wordt vergoed. Algemene persoonlijke verzorging, zoals het recht afknippen van gezonde nagels om ingroeien te voorkomen, behoort niet tot geneeskundige zorg maar is gebruikelijke persoonlijke verzorging en voor eigen rekening van de cliënt. Dit moet duidelijk worden opgenomen in het behandelplan. Zie hoofdstuk 2.2 en bijlage 1.
-
Krijgt de reumavoet altijd preventieve voetzorg, ondanks dat er geen PS of PAV is?
Nee, het hebben van diabetes of een andere chronische aandoening (zoals reuma), of het ondergaan van bepaalde medische behandelingen verhoogt niet automatisch het risico op voetulcera en amputaties. Het is de schade die de specifieke aandoening of behandelingen kunnen veroorzaken aan de zenuwen (PS), bloedvaten (PAV), botten, gewrichten, huid en nagels die, wanneer deze schade is ontstaan, het verhoogde risico veroorzaakt. Dit leidt tot het uitgangspunt dat basisverzekerde preventieve voetzorg alleen toegankelijk moet zijn voor mensen die een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van voetulcera en amputaties, ten gevolge van de schade ontstaan door een chronische aandoening of ten gevolge van de schade ontstaan door een medische behandeling. Het aanwezige risico op het ontwikkelen van een voetulcus is vervolgens bepalend voor de intensiteit van de preventieve voetzorg. Zie hoofdstuk 1.3 e.v., hoofdstuk 1.4 en hoofdstuk 2.2.3.
-
De POHer heeft bij een patiënt Sims 2 geïndiceerd; als medisch pedicure heb ik sterk verminderd gevoel geconstateerd. De podotherapeut geeft na screening aan Sims 0. Wat doe ik in zo’n geval?
Dit is een kwestie van verantwoordelijkheden. Als medisch pedicure kun je het beste terugverwijzen naar de podotherapeut; met onderliggende rapportage. Zie zorgverlenerstabellen.
-
Is een verwijzing van de huisarts echt nodig voor een podotherapeut? Zo ja, wie controleert dit?
Ja, voor preventieve voetzorg vanuit de basisverzekering is altijd een verwijzing van een behandelend arts nodig. O.a. zorgverzekeraars kunnen hier op controleren.
-
Hoe moet ik als doorverwijzer classificeren, waar moet ik specifiek op te letten?
Als doorverwijzer vraag je in de gerichte anamnese naar het de aanwezigheid van chronische aandoeningen, medische behandelingen, medicatiegebruik, klachten, en een voetulcus, een eerder ulcus, amputatie, inactieve Charcot-voet en nierfalen in de voorgeschiedenis. Aanvullend hierop kunnen vragen gesteld worden over de persoonlijke situatie van de patiënt, leefstijlfactoren en mogelijkheden tot zelfzorg. Tevens let je als doorverwijzer op signalen zoals gestoorde sensibiliteit, tekenen van PAV, huid- en nagelafwijkingen. Je bepaalt de risicoklasse volgens het protocol jaarlijkse voetcontrole en verwijst indien nodig door naar de podotherapeut of behandelend arts. Zie bijlage 2.
-
Wordt de risicoclassificatie via Vektis bepaald bij de zorgverzekering? Wat doet Vektis eigenlijk?
Nee, Vektis bepaalt de risicoclassificatie niet. Vektis beheert het agb-register, verzamelt en analyseert data over zorggebruik en declaraties d.m.v. declaratiecodes. Zie hoofdstuk 2.2.2.
-
Hoeveel te vergoeden instrumentele behandelingen per zorgpakket krijgt een cliënt?
-
Als een ulcus ontstaat door een spijker in de schoen, blijft dit dan altijd een zorgpakket 4 want dit is toch geen afwijkende stand?
Nee, dit hoeft niet per se zorgpakket 4 te blijven. De classificatie hangt af van de aanwezigheid van andere geldende risicofactoren. Een incidenteel trauma zonder bijkomende risicofactoren leidt niet automatisch tot zorgpakket 4. Dan moet vanuit klinisch redeneren en vanuit de noodzaak tot zinnige en zuinige zorg goed doordacht worden of het hoogste risicoprofiel (zoals behorend bij een ulcus in de voorgeschiedenis) nog wel van toepassing is. Zie hoofdstuk 1.3 en 1.4
-
Wat moet ik doen met mensen met diabetes mellitus in remissie?
Mensen met diabetes mellitus in remissie behouden hun Sims-klasse, aangezien de gevolgen van eerdere complicaties (zoals polyneuropathie of PAV) blijven bestaan. De zorg blijft afgestemd op het bestaande risico, niet enkel op de actuele bloedsuikerwaarden. Zie hoofdstuk 1.3 en 1.4.
-
Wat is de Simsclassificatie en zorgpakket als iemand van 46 jaar ernstig nierfalen heeft en net een hartinfarct heeft doorstaan?
Als deze persoon geen diabetes mellitus is spreken we van de generieke inzetbare risicoklassering. In welke risicoclassificatie deze persoon valt is in deze casus het meest afhankelijk van de nierfunctie (gemeten in eGFR) of nierfunctie vervangende therapie (dialyse) en de andere geldende risicofactoren zoals voetulcus in de voorgeschiedenis, voet- of beenamputatie, inactieve charcotvoet, tekenen van lokaal verhoogde druk, verlies PS, aanwezigheid van micro- en/of macrovasculaire schade en een kwetsbare huid bij chronische aandoening en/of medische behandeling. Zie hoofdstuk 1.4.
-
Wat valt er onder kritieke ischemie?
Ischemie is de staat waarin de bloedvoorziening naar de voet of een deel van de voet onvoldoende is om te voldoen aan de metabole eisen van het weefsel, geassocieerd met tekenen of symptomen van verminderde perfusie. (Bijlage 1: Definities voetaandoeningen)
-
Staat er nu ook parese (verlammingen) in de lijst voor vergoedingen?
Zie aandoeningenlijst Tabel B: Neurologische aandoeningen
-
Is het van belang om een nieuwe patiënt met diabetes ook te verwijzen naar de podotherapeut voor voetonderzoek ondanks dat er nog geen voetklachten zijn? Of is jaarlijkse voetonderzoek door POH dan voldoende?
Sims 0 (hierbij zijn er geen risicofactoren aanwezig) is geen basisverzekerde voetzorg en deze cliënt gaat voor de jaarlijkse voetcontrole naar de POH. Zie pijler 1.
-
Bij biologicals als medicatie en lokaal verhoogde druk geldt dan basisverzekerde voetzorg?
Criteria voor basisverzekerde zorg i.c.m. chronisch gebruik van medicatie staat vermeldt in de zorgmodule. Zie hoofdstuk 1.3.4.2.
-
Hoe komt de medisch pedicure aan de eGFR waarde van de cliënten?
De classificatie van nierfalen gebeurt door de medisch specialist. De uitkomst bepaalt mede de risicoclassificatie van de cliënt. Zie tabel 1.
-
Wat gebeurt er met de behandeling door de podotherapeut en de medisch pedicure als iemand een actieve Charcot voet heeft. Stopt de basisverzekerde preventieve voetzorg dan (tijdelijk)?
Ja de basisverzekerde preventieve voetzorg stopt dan voor de actieve Charcot voet. Iemand zit dan in het gips.
-
Moet micro-vasculaire schade expliciet vermeld staan op de verwijzing?
Ja, kwetsbare huid en micro-vasculaire schade moeten door een arts worden vastgesteld en vermeld op de verwijzing. Zie Bijlage 2.
-
Hoe meten wij in de praktijk de micro-vasculaire schade?
Dat is veelal niet meetbaar.
-
De kwetsbare huid moet vastgesteld worden door de huisarts/ medisch specialist. Dit moet dus specifiek op de verwijzing staan. Geldt dit ook voor micro-vasculaire schade?
Ja, dit geldt ook voor micro vasculaire schade. Zie hoofdstuk 1.4.
-
Hoe moet de risicofactor micro vasculaire schade op de verwijzing omschreven staan?
Er is sprake van microvasculaire schade welke een met diabetes vergelijkbaar verhoogd risico geeft op voetulcera, of iets dergelijks. Zie hoofdstuk 1.4.
-
In de informerende mail van de NVvP aan haar leden wordt beschreven dat naast micro vasculaire schade ook een andere risicofactor aanwezig moet zijn. Wordt hiermee PS verlies, PAV, charcot-, ulcusverleden of eindstadium nierfalen bedoeld? Of is alleen een
Nee, bij microvasculaire schade is alleen een lokaal verhoogde druk niet genoeg.
-
Er wordt beschreven dat het aan de hoofdbehandelaar is om te bepalen wanneer micro-vasculaire schade als 'zeer ernstig' wordt beschouwd om mee te nemen in de risicoclassificatie. Hoe gaat dit in de praktijk?
Het geldt primair bij het Fenomeen van Raynaud / perniosis / lupus pernio en er een vergelijkbaar risico is zoals bij diabetes. Indien cliënten onder behandeling bij de vaatchirurg zijn, kan deze een inschatting maken of er een ernstig probleem is op microvasculair niveau. Echter verwachten we dat in de praktijk het verschil tussen micro-en macrovasculair nog niet zo eenvoudig zal zijn. Veelal zal het een combinatie zijn van macro- en microvasculair lijden. Of mensen die bijvoorbeeld dialyseren en microvasculaire problemen krijgen (maar die vallen al onder de preventieve voetzorg door de nieren). Zie hoofdstuk 1.3.2.
-
Is er een onderscheid in 'niet ernstig', 'ernstig', 'zeer ernstig' bij micro-vasculaire schade?
Het zal maar een heel kleine groep mensen zijn die alleen microvasculaire problemen heeft zonder een andere geldende risicofactor of -factoren. Het mag van het Zorginstituut Nederland niet een onafhankelijke risico factor zijn dus vandaar dat dit is aangepast naar zeer ernstig. Zie hoofdstuk 1.3.2.
-
Is de risicofactor kwetsbare huid wel of niet van toepassing bij mensen met diabetes?
Het containerbegrip "kwetsbare huid" niet van toepassing als risicofactor voor voetulcera bij mensen met diabetes mellitus. Zie hoofdstuk 1.3.
-
Hoe verlaag je het risicoprofiel bij een kwetsbare huid door medicatie als de behandeling stopt?
De risicoclassificatie wordt opnieuw beoordeeld door de podotherapeut na het stoppen van de medicatie. De kwetsbare huid kan geleidelijk herstellen, waardoor het profiel kan veranderen. Zie hoofdstuk 1.4.
-
De cliënt heeft i.v.m. medicatie gebruik een kwetsbare huid en er is een lokaal verhoogde druk aanwezig. Ten tijde van het medicatie gebruik is er sprake van een risicoprofiel 2, zorgpakket 3. Wanneer verlaag je het risicoprofiel als de medicatie gestopt
Dit zal bij elk medicatiemiddel en per persoon verschillend zijn. Leg hiervoor contact met de behandelend specialist, apotheker en/of het farmacotherapeutisch kompas raadplegen.
-
Een cliënt met kanker krijgt chemotherapie. Er is lokaal verhoogde druk aanwezig, geen PAV of PS verlies. Wordt het risicoprofiel naar 0 gezet wanneer de chemotherapie gestopt is?
Dat hangt er vanaf of de cliënt bijvoorbeeld nog door moet met immunotherapie. Wanneer de cliënt geen behandeling meer ontvangt en de er is geen PAV en geen PS dan is het risico inderdaad weer veel lager dan tijdens behandeling en kan de cliënt t.z.t. terug naar risicoprofiel 0. Zie hoofdstuk 1.4.
-
Er staat beschreven 'kwetsbare huid bij chronische aandoening en/ of medische behandeling'. Er staat niet 'na' medische behandeling. Als de medische behandeling stopt, stopt dan ook het behandelplan/ vergoeding?
Als er blijvend problemen blijven bestaan als gevolg van de behandeling niet. Als de chemo bijvoorbeeld een neuropathie heeft veroorzaakt en de chemo is gestopt maar zenuwfunctie niet hersteld, dan blijft er een verhoogd risico op voetulcera. Zie hoofdstuk 1.4.
-
Wat is de kans dat mensen met een kwetsbare huid en lokaal verhoogde druk (geen PAV of PS) een wond krijgen die leidt tot amputatie?
Er zijn verschillende chronische aandoeningen en medische behandelingen die invloed hebben op de kwaliteit van de huid en nagels. In combinatie met de aanwezigheid van lokaal verhoogde druk kan er hierbij een verhoogd risico ontstaan op het ontwikkelen van voetulcera. Zie hoofdstuk 1.3.4.
-
Als iemand prednison slikt, heeft dit altijd een kwetsbare huid tot gevolg?
De aanwezigheid van een kwetsbare huid (waaronder nagels) bij een chronische aandoening en/of medische behandeling dient door een medisch specialist, huisarts, specialist ouderen geneeskundig, verpleegkundig specialist of physician assistant gediagnostiseerd te worden. Zie bijlage 2.
-
Wanneer krijg je bij kwetsbare huid medisch noodzakelijke voetzorg? niet iedereen met chemo of huidaandoening heeft hier recht op lijkt mij.
Een gediagnostiseerde kwetsbare huid valt i.c.m. lokaal verhoogde druk onder de medisch noodzakelijke voetzorg. Zie Tabel 1.
-
Hoe weeg je de kwetsbare huid mee in de Simsclassificatie en het zorgprofiel?
De kwetsbare huid is alleen van toepassing i.c.m. een andere chronische aandoening dan diabetes of bij een medische behandeling. Bij diabetes is deze opgenomen in de gevalideerde Simsclassificatie. Hier wordt dit gevat in tekenen van lokaal verhoogde druk. Zie hoofdstuk 1.3.
-
Mag je callus verwijderen met een frais bij een cliënt met Ichthyose welke geen PS verlies, PAV, Charcot- of ulcusverleden heeft? En in welke mate kan er callus aanwezig zijn bij een cliënt met Ichthyose? Hoe is de invulling van het behandelplan bij een
Hier is geen algemeen antwoord op te geven omdat er veel verschillende varianten zijn en verschillende uitingsvormen. Iedere cliënt met Ichthyose zal een dermatoloog hebben. We adviseren dit soort specifieke vragen met de behandelend arts/ desbetreffende dermatoloog te overleggen en de manier waarop bij deze cliënt geadviseerd wordt het eelt te verwijderen te vermelden in het behandelplan voor de medisch pedicure. Zie hoofdstuk 1.4, hoofdstuk 2.1 en Aandoeningenlijst, tabel 5.
-
Hoe is de invulling van het behandelplan bij Wintertenen/ Perniosis? Voeg je het verwijderen van eventuele callus en het dunner frezen van verdikte of hyperconvexe nagels ook toe in het behandelplan?
Lokaal verhoogde druk is een risico als de huid bij een ernstige vorm van perniosis zeer kwetsbaar is geworden door kleine huidinfarctjes. Zie hoofdstuk 1.4.
-
Het risico bij Wintertenen/ Perniosis zal seizoensgebonden zijn. Is er een tijdelijk behandelplan? Dus niet in de zomerperiode?
Hier is geen algemeen antwoord op te geven, maar het zou inderdaad kunnen dat dit zo ingeschaald moet worden in specifieke situaties.
-
In de zomer is het risico bij Wintertenen/ Perniosis relatief laag. Is er in deze periode een actief behandelplan?
Hier is geen algemeen antwoord op te geven, maar het zou inderdaad kunnen dat dit zo ingeschaald moet worden in specifieke situaties.
-
De cliënt met Wintertenen/ Perniosis met lokaal verhoogde druk op de tenen kan wondjes krijgen, maar er is geen sprake van PS verlies of PAV. Hoe groot is de kans dat dit leidt tot een amputatie?
De kans voor een amputatie hangt heel erg af van de ernst van de aandoening. Het kan voorkomen dat er daadwerkelijk een sterk verhoogd risico is, maar meestal is dit niet zo. Alle aandoeningen waarbij wetenschappelijke onderbouwing is gevonden zijn beschreven. Bij perniosis is er daarbij ook een opmerking geplaatst dat het van groot belang is de afweging te maken of de ernst dusdanig is dat er daadwerkelijk een verhoogd risico is. Als er bijvoorbeeld ook Nifidepine gegeven is en mensen voor de perniosis naar de reumatoloog zijn verwezen is er over het algemeen sprake van een ernstige vorm. Zie hoofdstuk 1.3.2 en hoofdstuk 1.4.
-
Een kind dialyseert of heeft een niertransplantatie ondergaan. In wel risicoprofiel valt het kind?
Voor kinderen gelden dezelfde regels. Ook kinderen met een oncologische aandoening lopen risico. Een kind met een transplantatie is volledig immuun gecompromitteerd om afstoting van het donor orgaan te voorkomen. Dat is niet anders dan bij een volwassene.
Een kind met nierfalen of na een niertransplantatie valt in risicoklasse 3, zorgpakket 4 vanwege de impact van deze aandoeningen op de voetgezondheid. Zie tabel E.
-
Een cliënt heeft een niertransplantatie ondergaan na een periode van nierfalen. De cliënt gebruikt immunosuppressiva sinds de transplantatie. In welk risicoprofiel valt deze cliënt?
Na orgaantransplantaties blijft het risico enorm hoog. Naast de schade die is ontstaan voor de transplantatie krijg je de immuunsuppressie erbij, omdat immunosuppressiva de huid kwetsbaar maken. De schade is irreversibel dus blijft de mensen levenslang zorg nodig hebben. Deze cliënt valt in risicoklasse 3, zorgpakket 4. Zie hoofdstuk 1.3.4.2.
Dit geldt hetzelfde bij mensen die door bariatrische chirurgie een normoglycaemie hebben gekregen, of bij een andere chronische aandoening die in remissie is. Die houden de schade aan zenuwen wanneer ze die voordien ook al hadden. Deze schade is leidend in het bepalen van de preventieve voetzorg. Zie hoofdstuk 1.3 en 1.4 .
-
Mijn cliënt heeft jicht gehad, of is actief, in het MTP-I gewricht. Er is callus (lokaal verhoogde druk) aanwezig op digitus 5, hier is geen tophi of jichtverleden aanwezig. Onder welke risicoclassificatie valt deze cliënt?
Dit zijn vragen die lastig te beantwoorden zijn als casus van papier. Het is het totale risico wat de cliënt loopt, zoals bijvoorbeeld wanneer de jicht ervoor heeft gezorgd dat er een dorsaalflexiebeperking in MTP 1 is ontstaan en de cliënt daardoor over de low gear as is gaan afwikkelen. We adviseren met je professionele blik de risicofactoren in kaart te brengen voor de classificering. Zie hoofdstuk 1.4.
-
Mijn cliënt heeft in het verleden een jichtaanval gehad, maar heeft nu geen actieve jicht meer. (geen tophi aanwezig). Geen PAV, Geen PS verlies, Geen ulcera/ charcot. Onder welke risicoclassificatie valt deze cliënt?
Wanneer de jicht goed onder controle is en er een normale waarde van het urinezuur aanwezig is zullen er geen nieuw tophi gevormd worden en zal het risico afnemen. Het is niet zo dat alle mensen die ooit een keer jicht gehad hebben onder de basiszorg moeten gaan vallen. Wanneer er onderhuids tophi te zien zijn en de huid staat hierdoor erg op spanning bijvoorbeeld wel. Het is dus ten allen tijde maatwerk en onmogelijk om zo zonder een voet te zien aan te geven of iemand er wel of niet onder valt. Zie hoofdstuk 1.4.
-
Wat moet ik als zorgverlener doen bij verdenking op een acute Charcotvoet?
: Bij een verdenking op een acute Charcotvoet de patiënt direct naar de huisarts of medisch specialist verwijzen voor een spoedverwijzing naar de tweede lijn. Tevens de voet direct immobiliseren door de voet niet meer te belasten. Zie 3.4.1.
-
Wat moet ik doen als ik drukplekken zie bij een cliënt van mij met orthopedische schoenen? Wordt mijn cliënt dan niet gehoord?
Bespreek dit met de cliënt. Draagt de client de OS wel in het dagelijkse leven? En bespreek dit met de orthopedisch schoentechnoloog. De orthopedisch schoenmaker kan beoordelen of aanpassingen aan de schoenen nodig zijn. De cliënt wordt serieus genomen, en passende zorg staat voorop. Zie hoofdstuk 3.3.3.
-
Waarom heeft iemand met de lyme variant een hoger risico?
Naast diabetes mellitus zijn in de wetenschappelijke literatuur ook voorbeelden bekend van actieve CNO bij mensen met polyneuropathie veroorzaakt door de ziekte van Lyme (Adams et al., 2002) en alcohol geïnduceerde polyneuropathie (Shibuya et al., 2008). Indien niet tijdig herkend en vervolgens snel behandeld, kan dit leiden tot een ernstig gedeformeerde voet, met aanzienlijk verlies van kwaliteit van leven, recidiverende voetulcera en een sterk verhoogde kans op amputatie (NIV, 2017b; Wukich et al., 2023). Zie hoofdstuk 1.3.3.
-
Ik heb een cliënt die eerst diabetes had en nu volgens de huisarts niet meer. Houdt dit dan in dat de aandoening in remissie is, maar de schade niet?
Mensen met diabetes mellitus in remissie behouden hun Sims-klasse, aangezien de gevolgen van eerder complicaties (zoals polyneuropathie of PAV) blijven bestaan. De zorg blijft afgestemd op het bestaande risico, niet enkel op de actuele bloedsuikerwaarden. Zie hoofdstuk 1.3 en 1.4.
-
Wordt er ook rekening gehouden met de inmiddels vier nieuwe vormen van diabetes type 1? Of is in deze zorgmodule nog gewoon diabetes type 1 of 2?
In de Zorgmodule wordt gesproken over diabetes en worden de verschillende typen niet nader genoemd. Voor het vaststellen of een patiënt in aanmerking komt voor basisverzekerde voetzorg is het risico op voetulcera en amputaties bepalend en niet het type diabetes (of een andere aandoening met dezelfde risico’s). Zie tabel 1.
-
Mag de podotherapeut in de eerste lijn bij een ulcus die vervolgbehandelingen nodig heeft de wondzorg rechtstreeks aan de cliënt factureren?
Nee, wondzorg bij een ulcus valt onder de basisverzekering en wordt niet rechtstreeks aan de cliënt gefactureerd. Als je als podotherapeut merkt dat de ulcus extra expertise nodig heeft (zie zorgmodule in welke gevallen dit geldt) is een doorverwijzing naar de tweede lijn noodzakelijk. Als een ulcus na twee weken geen tekenen van verbetering vertoont — ondanks juiste wondzorg en drukontlasting — is doorverwijzing naar de tweede lijn ook nodig. Zie hoofdstuk 2.2.3.
-
Mag de podotherapeut in de eerste lijn bij steeds recidiverende ulcera bij cliënten met Simsclassificatie 3, zorgprofiel 4 en die onder volledige zorg van de podotherapeut zijn, die vervolgbehandelingen nodig heeft, de wondzorg rechtstreeks aan de cliënt
Nee, ook bij recidiverende ulcera valt de wondzorg onder de basisverzekering. Als je als podotherapeut merkt dat de ulcus extra expertise nodig heeft (zie zorgmodule in welke gevallen dit geldt) is een doorverwijzing naar de tweede lijn noodzakelijk. Als een ulcus na twee weken geen tekenen van verbetering vertoont — ondanks juiste wondzorg en drukontlasting — is doorverwijzing naar de tweede lijn ook nodig. Zie hoofdstuk 2.2.3.
-
Wordt preventieve voetzorg volgens deze Zorgmodule Preventie Voetulcera 2024 vergoed?
Ja, preventieve voetzorg wordt gezien als te verzekeren zorg binnen de Zorgverzekeringswet en wordt bij (hoog)risicocliënten vergoed binnen de basisverzekering. Zie hoofdstuk 2.2.
-
Hoe werkt de bekostiging voor gericht voetonderzoek door de medisch pedicure?
Dit wordt vergoed via de regiebehandelaar als gericht voetonderzoek medisch pedicure. De medisch pedicure voert het uit als onderdeel van het behandelplan. Zie hoofdstuk 2.2.3 en zorgverlenerstabellen.
-
Waar kan ik meer informatie vinden over vergoedingen?
In hoofdstuk 2.2.3 wordt de bekostiging uitgelegd, inclusief de rol van de regiebehandelaar. Of kijk op de desbetreffende website(s) van zorgverzekeraars of op de websites van NVvP, ProVoet, NBOT, of NVOS-Orthobanda.
-
Hoe verloopt de bekostiging instrumentale voetzorg?
Instrumentale voetzorg bij mensen met Sims-/risicoklasse 2 en 3 wordt bekostigd vanuit de basisverzekering via de regiebehandelaar (podotherapeut). Voor Sims-/risicoklasse 1 is bekostiging afhankelijk van de aanvullende verzekering. Zie hoofdstuk 2.2.3 en zorgverlenerstabellen.
-
Valt de enkel/arm-index (EAI) binnen de preventieve voetzorg of moet dit apart gedeclareerd worden?
De EAI valt niet standaard binnen de preventieve voetzorg. Zie hoofdstuk 2.2.2.
-
Vervalt door de zorgmodule nu ook de vergoeding vanuit aanvullende verzekering?
Nee, de vergoeding vanuit de aanvullende verzekering vervalt niet volledig. De instrumentele behandeling voor Sims-/risicoklasse 1 valt vaak nog onder de aanvullende verzekering maar de vergoeding kan per zorgverzekeraar verschillen. De basisverzekering dekt zorg vanaf Sims-/risicoklasse 2. Zie hoofdstuk 2.2.
-
Hangt de preventieve voetzorg af van welke zorgverzekering je hebt?
Nee, de preventieve voetzorg volgens de Zorgmodule valt onder de basisverzekering en is dus onafhankelijk van de zorgverzekeraar. De aanvullende dekking voor Sims-/risicoklasse 1 kan echter per verzekeraar verschillen. Zie hoofdstuk 2.2.1.
-
Hoe groot is de kans dat druk ontlastende therapieën, zoals een siliconen teenorthese, een zooltherapie en orthonyxie wel vergoed worden vanuit de basisverzekering in de toekomst?
Momenteel vallen deze therapieën niet onder de basisverzekering, maar beroepsverenigingen lobbyen voor uitbreiding van vergoedingen. Toekomstige dekking hangt van meerdere factoren af. Zie hoofdstuk 2.2.
-
Kun je er vanuit gaan dat mensen met orthopedische schoenen ook recht hebben op vergoeding vanuit de basisverzekering?
Nee, vergoeding hangt af van de aanwezigheid van chronische aandoeningen en/of medische behandelingen in combinatie met de aanwezigheid van de geldende risicofactoren die een verhoogde kans geven op het ontwikkelen van voetulcera. Zie hoofdstuk 1.3.
-
Wordt een gericht voetenonderzoek bij Sims1,2 en 3 door de medisch pedicure welke bekostigd wordt via de podotherapeut wel vergoed?
De medisch pedicure krijgt vergoed wat er in het behandelplan van de regiebehandelaar staat. Een gericht voetonderzoek kan volgens deze nieuwe zorgmodule worden uitbesteed d.m.v. taakdelegatie aan de medisch pedicure. In dat geval zullen de kosten door de podotherapeut aan de pedicure worden vergoed. Hiertoe dienen wel vooraf afspraken te zijn gemaakt in de samenwerkingsovereenkomst.
-
Bij reumatoïde artritis (RA) krijgt de patiënt toch altijd een vergoeding voor voetzorg?
De aanwezigheid van een aandoening is niet bepalend bij de vraag of iemand de voetzorg vergoed krijgt. Bij RA geldt net als bij elke andere chronische aandoening dat de mate van het risico op voetulcera en amputaties bepalend is voor de vraag of er sprake is van basisverzekerde zorg.
-
Zijn de declaratiecodes dan nu ook weer anders?
Kijk voor declaratiecodes op de website van Vektis.
-
Is het de bedoeling dat medisch pedicures zelf behandelingen gaan declareren bij de zorgverzekeraars? Voor patiënten met overige aandoeningen loopt de declaratie toch ook via de podotherapeut?
Alle behandelingen uit de basisverzekerde voetzorg worden bij de regiebehandelaar gedeclareerd. Daarvoor is een samenwerkingsovereenkomst tussen beide partijen nodig. Zie hoofdstuk 2.2.2.
-
Iemand met chemobehandeling in het verleden en verstoorde sensibiliteit zou dan via medisch specialist verwezen kunnen worden naar podotherapie om bijvoorbeeld naar maat gemaakte zolen aan te meten (en dit wordt dan vergoedt?)
Het zorgprofiel is leidend voor de preventieve voetzorg welke vergoed wordt uit de basisverzekering. Daaronder vallen niet de naar maat gemaakte zolen. Zie de zorgverlenerstabellen.
-
Als patiënt in aanmerking komt voor vergoeding voor de medisch pedicure ( vastgesteld door podotherapeut), betalen ze dan nog een eigen bijdrage aan pedicure?
Een medisch pedicure mag een patiënt niet verplichten om ‘meerzorg’ af te nemen. De medisch noodzakelijke voetzorg is leidend en beschreven in het behandelplan. Daarnaast kunnen medisch pedicure en patiënt van tevoren afspreken dat er ‘meerzorg’ geleverd wordt (dus meer doet dan op het behandelplan is aangegeven), daarvoor krijgt de patiënt een factuur.